Yo yo, ga allemaal zitten,
In een kringetje,
Yo yo, aah yo, stop je duim in je mond jongen
Oke daar gaan we…
Op een dag kwam ik aan in sprookjesland
Ik ging door een grot en kwam uit op het strand
een mooie grote schelp fluisterde in mijn oor
Daar komt roodkapje ga er vlug vandoor
Roodkapje hè, wie the fok is dat?
Daar kwam ze aan fietsen op het dieven pad
Ik zei: “jij bent belle en ik ben het beest”
Maar plotseling werden we voorbij geracet
Het waren 10 criminele beren,
Die gedrag van elkaar kopiëren
Er was eens een meisje in een donker bos
Tien beren sloegen haar total loss
Ze zongen liedjes, en dronken bier
Ze riepen: “geef die mountainbike maar hier”
Ik zag drie beren een trut molesteren
Ze steelden haar fiets om hem weer terug te keren
De dieren van het sprookjesbos ze tonen geen respect,
maar als ze mijn roodkapje zien dan kennen ze hun plek
Maar wat een verrassing, kapje pakte een geweer
Ze schreeuwde, en schoot de beren neer
Bloed en ledematen…
de beren zouden nooit meer praten.
Roodkapje haar honger was nog niet gestild,
Ze keek naar mij en zei; “had jij ook gewild”
Ze werd rood als haar kapje en trok een mes en zei:
“Ik ga je steken klaas, onthoud deze les”
Ik werd bang, en nam het hazenpad
Naar de molen van de gelaarsde kat
“Trek aan het touwtje en kom vlug binnen”
de deur ging open en de kat ging spinnen
“Geen tijd voor kopjes, geen tijd voor sex,
Ik word achtervolgt door een rode heks”
Ondertussen klopte kapje hard op de deur en zei:
“Aufmachen, ik heb een mitrailleur!”
De dieren van het sprookjesbos ze tonen geen respect
Maar als ze mijn roodkapje zien, dan kennen ze hun plek
De gelaarsde kat bleek een held op sloffen
“In de oorlog koos ik ook de kant van de moffen”
Hij deed de deur open, ze kwam dreigend binnen
Ik lag bevend onder tafel en ik kon niet meer winnen
Maar net als ik denk dat ik haar behaag
trekt ze onder uit haar onderrok een kettingzaag
Dus ik zeg: “Hehe, wat ruik je lekker”
maar ze start haar tweetakt Black & Decker.
“Ow wacht even je heb toch mooie benen”
“Ik heb ze van mijn moeder het zit in de genen”
“Ze zijn echt mooi” “vind je dat?” “ja schat”
Terwijl ik ongelovig tot de goden bad
Ze kleedde zich uit en het was menens
Ik kwam van mars en zij van venus
Ik wilde het niet ze greep me penis,
Ik riep: “STOPPEN!” en zij zei “nee” dus…
De dieren van het sprookjesbos ze tonen geen respect
Maar als ze mijn roodkapje zien, dan kennen ze hun plek
De dieren van het sprookjesbos ze tonen geen respect
Maar als ze mijn roodkapje zien, dan kennen ze hun plek
Ik schreeuwde het uit:
“P-p-p-pas op me mond!”
Zonder protectie en ik proef de stront
Het werd toch wel lekker na een keer of tien
“Doe je kapje af, mag ik je haren zien”
“Het is mijn geloof dat moet je respecteren”
“Dan weet ik dat alvast voor de volgende keren”
“O sorry klaas, dit was de laatste keer
ik heb een andere gozer en die wil veel meer”
“Maar wie is dat dan waar kan ik hem van kennen”
“het is hans van grietje, ja dat wordt nog even wennen”
“maar waarom schatje lief kies je niet voor mij”
“volgens het sprookjesboek blijf jij altijd vrij”
De dieren van het sprookjesbos ze tonen geen respect
Maar als ze mijn roodkapje zien, dan kennen ze hun plek
De dieren van het sprookjesbos ze tonen geen respect
Maar als ze mijn roodkapje zien, dan kennen ze hun plek
